Inzichten en opbrengsten van een maand lang Afval Expofette

De hele maand maart bracht de Afval Expofette bewoners, ambtenaren, bestuurders, ondernemers, wetenschappers en creatieve makers samen. De Afval Expofette is een bijzondere expositie met een beetje een gekke naam. Ontwerpers Marjolein Vermeulen en Jaap Warmenhoven hebben de expo samengesteld.

Inzichten en opbrengsten van een maand lang Afval Expofette

“We gaan al het vuilnis van Amsterdam Nieuw-West verzamelen en we leggen het op de stoep van de Stopera!”. Deze opruiende uitspraak kon je in maart 2024 horen terwijl je met roze bokshandschoenen aan op een met zwerfvuil gevulde bokszak stond te slaan in het TuinStadhuis in Amsterdam Nieuw-West. De bokservaring “boosheid zonder rancune” was onderdeel Afval Expofette – een tentoonstelling over afvalproblemen en hoe overheid en bewoners er samen aan kunnen werken. De boze woorden zijn van VuilnisOproer-kraaier van het eerste uur Jan van der Borden, die zich de boosheid herinnerde waarmee het VuilnisOproer begon. Nu, drie jaar later, is het een bloeiende beweging van meer dan 200 bewoners. Het zwerfvuil van Nieuw-West kwam – spoiler – nooit op de stoep van de Stopera terecht. In plaats daarvan ontstond een intensieve samenwerking met de gemeente. Die samenwerking inspireerde een bredere beweging van ambtenaren en bewoners. Stap voor stap leren ze hoe je kunt samenwerken aan afvalproblematiek, en wat nodig is om een nieuw normaal te creëren. De Afval Expofette toont de inzichten en ervaringen tot nu toe.

Inzichten en opbrengsten van een maand lang ervaren en leren in de Afval Expofette

 

Afvalexpofette beeld

De hele maand maart bracht de Afval Expofette bewoners, ambtenaren, bestuurders, ondernemers, wetenschappers en creatieve makers samen. De Afval Expofette is een bijzondere expositie met een beetje een gekke naam. Ontwerpers Marjolein Vermeulen en Jaap Warmenhoven hebben de expo samengesteld. ‘We proberen een aanstekelijk verhaal te vertellen over hoe bewoners, ambtenaren en ondernemers samenwerken aan een schone en fijne stad. Een expositie, die je kunt beleven, werkt dan beter dan een dik rapport.’ Nadia Najibi is aanjager vanuit de ambtelijke organisatie. Ze is enthousiast over de expositie: ‘We organiseren als gemeente weinig settings waarin iets nog niet af is. En dat is wel nodig als je wilt dat een nieuwe manier van werken kan ontstaan.’ Daarom heeft zij de hulp ingeroepen van sociaal ontwerpers. Dit zijn creatieve makers die gespecialiseerd zijn in ruimte maken voor nieuw perspectief en nieuwe relaties. Ze werkten een half jaar lang samen in gemixte teams met ambtenaren en bewoners op vier extra vieze plekken – hotspots – in Nieuw West. Op vaste momenten leerden ze van elkaar. De Afval Expofette is er om inzichten te delen en door te geven – zoals bij een estafette – terwijl het werk nog bezig is. Daarmee is de expo zo’n zeldzame maar belangrijke plek – een ruimte voor wat nog niet af is, waar een nieuw normaal kan ontstaan.

Afval expofette

Ruimte voor wat nog niet af is

Op dinsdag 19 maart bezoeken een aantal directeuren en bestuurders de Afval Expofette. Ook zij zijn onderdeel van de beweging, op zoek naar hoe je als gemeente echt kunt samenwerken met de stad. Een van hen is wethouder Sociale Zaken, Diversiteit en Democratisering Rutger Groot-Wassink. Hij plaatst de getoonde voorbeelden in het licht van een bredere beweging die hij in Amsterdam en Nederland ziet. ‘Het gaat over je op een andere manier verhouden tot een vraagstuk, en tot initiatieven en mensen. Een relationele kanteling.’ Ook Sjoukje Alta, stedelijk directeur gebiedsgericht werken en stadsbeheer, ziet kansen om op een andere manier te gaan samenwerken. Ze wil van ‘een project in een buurt organiseren’ naar ‘een relatie bouwen zodat we effectiever zijn in de opdracht die we in de buurt hebben’. Wat is er nodig voor zo’n relationele kanteling? Hoe kun je bouwen aan die nieuwe relaties? In de expo kun je het begin van een antwoord op die vraag ontwaren. Een van de principes die onder de verhalen in de expo liggen: ‘Ergens samen voor gaan is het nieuwe Bottom Up’. Een principe dat de nadruk legt op enthousiasme en intrinsieke motivatie bij het ontstaan van nieuwe manieren van samenwerken. Dat enthousiasme spreekt uit de expo, met opvallende elementen zoals de eerder genoemde bokszak, lichtgevende letters die OSDORPPLEIN spellen – maar dan zonder L?! – en een complete parkeerplaats inclusief belijning in de vorm van twee harten, met twee autostoelen ervoor.

Afval expofette

Voorbij de aannames

Theo Rekelhof is een jonge klimaatkunstenaar, en een van de creatieve makers die het afgelopen half jaar betrokken was. Hij werkte samen met een team van ambtenaren aan afvalproblematiek rond de Barajasweg bij station Sloterdijk. Ze waren benieuwd naar hoe bewoners en voorbijgangers betrokken konden worden bij de zorg voor de buurt. Een van de centrale principes bij de aanpak van de hotspots is ‘leren door te doen’, dus kochten ze een berg planten en gingen een ochtendje tegelwippen. Maar toen de ochtend daar was regende het hard, en geen bewoner had gereageerd op de uitnodiging die door de gemeente was verstuurd. De moed zakte het team in de schoenen. Zou dit exemplarisch zijn voor deze buurt? Door allerlei veranderingen oogt de buitenruimte rommelig: verdwaalde stapel stenen hier, kale plekken in de berm daar. In kleine woningen wonen veel studenten en arbeidsmigranten. Klopt het dat deze bewoners weinig geven om de buitenruimte in hun buurt-omdat ze er toch maar kort wonen

Schoon heel veilig

Het team trok toch de regenjassen aan en ging aan de slag. Tot hun verbazing kwamen allerlei mensen spontaan helpen. Stan, een jonge thuiswerker staat al gauw met tuinhandschoenen aan plantjes in de grond te zetten: “Ik werk vooral binnen, zittend achter mijn laptop. En ik grijp graag de kans aan om even met mijn handen in de grond te zitten. En ik werk zelfstandig, dus dat is het tegenovergestelde van met elkaar werken aan plantjes. Daarom ben ik komen helpen.”

Het zijn dit soort ervaringen die helpen voorbij aannames over betrokkenheid van bewoners te komen. Theo en het team maakten er een korte film over: ‘Tijdelijke Toewijding’. De film bevraagt de aanname dat vooral mensen die ergens lang wonen – en ook eigenaar zijn van hun woning – toewijding zullen tonen voor hun buurt.

Tijdens de expo zit Ernst aandachtig te kijken naar de film. Hij heeft een puntbaardje en draagt een baret. Hij is geïnspireerd door de vergroeningsactie van het team Barajasweg. Zelf was hij ooit tuinman in de tuinen van Versailles. En in Nieuw-West knipt hij nog dagelijks takjes van struiken. Ernst is toegewijd aan zijn omgeving, waar hij maar komt. Hoe hij het doet? ‘Het belangrijkste is om als een kind naar de wereld te blijven kijken en overal verwonderd over te zijn.’ Hij heeft ook een tip over hoe je met afvalproblematiek om kunt gaan: ‘Onbevangen contact maken. En het afval eerst helemaal uit je hoofd laten, en vervolgens stapje voor stapje contact opbouwen.

"Het belangrijkste is om als een kind naar de wereld te blijven kijken en overal verwonderd over te zijn"

Ook op een andere hotspot kwam het team van gemeente samen met ontwerper Myrthe Krepel aannames tegen, en ook zij kozen ervoor zich actief te verwonderen. Het bedrijvenpark aan de rand van Osdorp is vaak smerig doordat jongeren het gebied ‘s avonds en ‘s nachts gebruiken om te chillen. Ze halen snacks en consumeren die samen in het gebied. Het levert ook gevoelens van onveiligheid op bij medewerkers van 24-uurs bedrijven als jonge mensen hun auto’s parkeren op de opritten. Het team stapte letterlijk in bij de jongeren en ontdekte de nachtelijke wereld van cardating, een vorm van ‘autorecreatie’, in de woorden van ontwerper Myrthe Krepel. Deze nieuwe taal geeft ruimte om met andere ogen naar jongeren te kijken. Want voor de jongeren is het bedrijvenpark een belangrijke ontmoetingsplek. In de expo kun je luisteren naar momenten uit de nacht op het bedrijvenpark. Een van de jongens die Myrthe rondrijdt vertelt: “Ik ben niet zo goed in berichten schrijven, face to face is beter”. Even later wordt duidelijk wat hij bedoelt. Hij draait zijn raam naar beneden en zegt “meisje, je nummerbord zit los, zullen we even samen kijken.” Het meisje in kwestie gelooft er niets van dat haar nummerbord los zit, maar toch stoppen ze en ontstaat een gesprek.

Dit nieuwe perspectief ‘autorecreatie’ wordt verkend op een avond met verschillende ondernemers in het gebied. Daar blijkt dat een nieuwe kijk en nieuwe relaties tijd nodig hebben om te groeien. Er is zowel enthousiasme als scepsis over het nieuwe perspectief. Een ondernemer benoemt dat er ook auto’s zijn waarin dingen gebeuren die ‘niet pluis’ zijn. Kunnen de jonge nachtelijke gebruikers van het gebied wel echt onderdeel van de oplossing worden? De ondernemer van de McDonalds voelt afstand tot sommige van de jongeren: ‘Ik weet niet hoe tot hen door te dringen”. Weer iemand anders zegt: ‘het lijkt me het proberen waard om een combi te vinden tussen de “loveaanpak” en goede handhaving.’

 

Meisje, je nummerbord zit los. Zullen we samen even kijken?

Nieuwsgierigheid en aansluiten

Ontwerpprofessor Kees Dorst is langdurig betrokken bij de aanpak Schoon Heel Veilig – dat is het ambtelijke programma waar vanuit gewerkt wordt aan de afvalproblematiek. Hij  adviseert en inspireert ambtelijke leiding en bestuurders. Hem valt op hoe niemand heeft nagedacht over de nachtelijke functie van een bedrijvenpark, terwijl ook dat nachtelijke gebruik ‘goed werkt’. Hij stelt de vraag: ‘Hoe kunnen we met nieuwsgierigheid aansluiten op dit soort eigengemaakte systemen.’ Dat sluit aan bij het motto van regisseur Schoon Heel Veilig Peter van der Vliet: niet bewoners die participeren in beleid, maar de gemeente die aansluiting zoekt bij de beleving van bewoners. Voor Peter werd dat heel letterlijk toen hij samen met Myrthe instapte in de snelle wagens van de autorecreanten. Daar was wel wat overreding voor nodig: “Ze vonden dat ik er uitzag als een politieagent.” Als regisseur staat Peter tussen de partijen in. Hij snapt dat niet elke ondernemer meteen enthousiast is om autorecreatie te omarmen. Toch ziet hij de meerwaarde van het nieuwe perspectief: “we willen voorbij het waterbedeffect – dat je hier iets oplost voor de ondernemers en dat je dezelfde problematiek dan verderop weer terugkrijgt. Dat kan alleen als je doordringt tot de grondoorzaken, dat wat jongeren en ondernemers drijft, en dan te werken aan gezamenlijk perspectief.”

Elk van de werken in de Afval Expofette vertelt een eigen verhaal over hoe je als gemeente kunt aansluiten bij de beleving van mensen. Bij het VuilnisOproer betekende het niet terugschrikken voor de boosheid van bewoners, maar oog hebben voor de wil om iets te veranderen, en het potentieel tot samenwerken. Op het bedrijvenpark betekende het in te gaan zien dat een gebied op verschillende manieren waarde heeft, voor verschillende gebruikers. Ook op hotspot Osdorpplein zoeken ontwerper Esme Calis en ‘haar’ team van ambtenaren naar die aansluiting. Dat is nog niet makkelijk. Centraal in hun opstelling in de expositie in het TuinStadhuis staan vrolijk verlichte letters Osdorppein. Je leest het goed. De L mist, en ligt op de grond. Allerlei bezoekers van de expositie hebben op de grond geschreven waar die L voor hen voor staat. Lol, levendigheid, Liefde, Laagdrempeligheid, enz. Het is een eerste stap in het proces om het plein weer echt ‘van’ bewoners en bezoekers te maken. Onderzoekend en nog een beetje voorzichtig, want in het verleden zijn initiatieven rond het plein vaker mislukt. De lichtgevende letters met de missende L vertellen het verhaal van een enthousiast initiatief vanuit de ondernemersvereniging om in de afgelopen winter het plein op te fleuren. Maar de L werd vergeten en die missende L werd voor bewoners juist een symbool voor gebrek aan aandacht voor hun plein, voor hun buurt. Osdorppein is een soort geuzennaam voor het team. Gebiedsmakelaar Milou Boumans – zij onderhoudt vanuit de gemeente de relaties met ondernemers in het gebied – zegt over hun aanpak:  “We willen oog hebben voor de pijn, want die is er gewoon. En ondertussen zoeken we samen naar wat ons verbindt. Daar staat die L voor.”

Schoon, heel veilig

Gaat dit nog wel over afval?

In de Afval Expofette gaat het niet alleen over afval, dat is wel duidelijk. In een van de beschrijvende teksten in de expositie staat het op poëtische wijze beschreven: afval is wat tussen ons is, het herinnert ons eraan dat we met elkaar te maken hebben. Professor Kees Dorst geeft een eenvoudig voorbeeld: “Vroeger wasten mensen hun auto, op zondag, in hun straat. Dan kwamen buren elkaar tegen en ontstonden gesprekken. Dat is sociale ruimte, de ruimte waarin we met elkaar bepalen wat normaal is. Die sociale ruimte is schaars geworden. Met een aanpak als deze creëer je dit soort sociale ruimte, waarin een nieuw normaal kan ontstaan.” Kan zwerfafval op deze manier mensen samenbrengen, en leiden tot iets positiefs? Gebiedsmakelaar Don Hameeteman werkte samen met ontwerper Myrthe Veeneman aan hotspot de Pieter Calandlaan. Die plek wordt ook wel de snoeproute genoemd. Dichtbij een VMBO school. In de struiken zie je veel blikjes en snackresten. Don vertelt tijdens de Afval Expofette aan andere gebiedsmakelaars over de zoektocht die hij en Myrthe samen met jongeren, bewoners en ondernemers is aangegaan. ‘Afval is op de Calandlaan het eerste dat je voor de voeten waait, waar je tegenaan schopt en waar iedereen zich aan ergert.’ Na gesprekken, zowel overdag op en rond de school en ‘s nachts – rond een zelfgebouwde jukebox – werd hem duidelijk dat een echte verbetering voor de Calandlaan er niet komt door plaatsing van meer vuilnisbakken, of betere vuilnisophaal. De beweging die hij samen met Myrthe Veeneman heeft gemaakt gaat over aandacht voor de wereld die onder het afvalvraagstuk ligt. Afval is een symptoom. Myrthe Veeneman wijst naar een poster aan de muur met daarop een quote van een van jongeren die ze sprak: “Niets hier is van ons.” Myrthe deed een workshop met jongeren op de school. Haar blijft het ongeloof van een van de jongeren bij toen die zei: “Kom jij helemaal uit Den Haag naar ons toe? Voor, wie, voor ons?” Door met aandacht de buurt in te gaan stuitte het team op onderliggende problematiek. Het gevoel kansloos te zijn. Don: ‘Ik sprak een jongen die z’n lunchbroodje hier eet op de stoep tussen geparkeerde auto’s voor winkels met de luiken dichtgetrokken. En daar moet jij dan je toekomstperspectief ontwikkelen, vijf jaar lang. Dat is het probleem dat we nog niet adresseren, en dat is groter dan het papiertje dat hij laat waaien.’

Afval expofette

Wat geven we door?

En zo toont de expositie een verzameling van verhalen. Over afval, over wat er onder afvalproblematiek ligt, over enthousiaste initiatieven en samenwerking. Over wat al goed gaat, over wat beter kan, over perspectief dat voorzichtig ontstaat. Tijdens de expositie is te zien hoe verschillende mensen, van bewoners tot ambtenaren en ondernemers, op andere aspecten van die verhalen aanhaken. Enthousiaste ‘afvalprikker’ Jos Kleemans is enthousiast over de opstelling met de bokszak: “Ik vind het idee achter het VuilnisOproer, dat boosheid omgezet moet worden in constructieve daden, erg goed.” Initiatiefrijke bewoners uit het Gooi en Utrecht zijn verbaasd over de actieve rol van de gemeente bij het faciliteren van het VuilnisOproer. “Zo’n rol van Peter van der Vliet, die als regisseur beweging maakt en samenwerking faciliteert. Het zou geweldig zijn, als wij in het Gooi of in Hilversum ook een ambtenaar in deze rol zouden hebben.” Samir Bashara is directeur van het Nationaal Programma Samen Nieuw-West, en vanuit die rol ook een van de aanjagers van de nieuwe samenwerkingen die overal in de wijk ontstaan: ‘Ik vind het mooi om te zien hoe dat wordt opgebouwd uit gedeelde waarden’. or, wie, voor ons?” Door met aandacht de buurt in te gaan stuitte het team op onderliggende problematiek. Het gevoel kansloos te zijn. Don: ‘Ik sprak een jongen die z’n lunchbroodje hier eet op de stoep tussen geparkeerde auto’s voor winkels met de luiken dichtgetrokken. En daar moet jij dan je toekomstperspectief ontwikkelen, vijf jaar lang. Dat is het probleem dat we nog niet adresseren, en dat is groter dan het papiertje dat hij laat waaien.’

Afval expofette

Hoe ontstaat een nieuw normaal?

De Afval Expofette is ondertussen afgebroken, of nee, doorgegeven – je kunt verschillende werken nog steeds in het TuinStadhuis terugvinden. En het leren-door-te-doen gaat door, net als het zoeken naar de manieren om samen te werken die passen, en die werken voor verschillende mensen, verschillende gemeentelijke afdelingen en programma’s en hun verschillende doelen, ook al liggen die soms uit elkaar. Het gaat door voor de ondernemers en de autorecreërende jongeren op het bedrijventerrein BPAO. Het gaat door in de Calandlaan waar, nu de positie van jongeren de aandacht heeft, gemeente en Nationaal Programma Samen Nieuw-West gaan verkennen hoe vanuit jeugdbeleid en openbare ruimte samen kan worden gewerkt om deze te verbeteren. Het gaat door in samenwerkingen zoals die tussen gemeente en VuilnisOproer, waarbij elk van de betrokken partijen dicht bij de eigen waarden kan blijven, en er toch veel gezamenlijk enthousiasme ontstaat.

Op een van de laatste dagen van de expositie is gebiedsmakelaar Jeroen Bouman aanwezig. Hij is een opvallende verschijning met zijn kettingen en stevige Amsterdamse accent. Ook hij werd geïnterviewd voor de audio bij de bokszak. Meppend op het zwerfvuil vertelde hij daarover zijn frustratie over de systemen die samenwerking in de weg kunnen zitten. Zelf is hij een ster in het creëren van een nieuw normaal. In een buurt waar veel mensen overlast van jongeren ervaarden ging hij juist met jongeren praten. Maar een van de jongeren gaf hem weinig kans: ‘je denkt toch niet dat wij met de overheid gaan praten? Dat zijn allemaal eikels.’ Jeroen zei toen: ‘prima, ik ben er en zie maar of je komt.’ Er kwam één iemand. ‘Pure winst. Ik ben met die jongen gaan praten. Na vier weken zaten we met een wijkagent, een sportambtenaar en meer dan 20 jongeren om een sportdag te organiseren voor ouderen in de wijk.’

Dit artikel begon met de vraag hoe een nieuw normaal ontstaat. Alle verhalen en interacties in en rond de Afval Expofette beziend is het simpelste antwoord: in relaties tussen mensen. Door te luisteren, volhardend te zijn, en te durven bestaande aannames te doorbreken. In Amsterdam Nieuw-West is aandacht voor die relaties, en dat is best bijzonder. In de woorden van Professor Kees Dorst: ‘over het algemeen kijken we vaak meer naar de elementen dan naar de relaties. Gaat iets niet goed, dan kijken we naar mensen – een ambtenaar die iets niet goed doet of iemand die een blikje op straat gooit – of dingen – dat blikje dat daar dan blijft liggen. Uit de Afval Expofette blijkt hoe in Amsterdam Nieuw-West wél expliciet aan die relaties wordt gewerkt.’ Tijdens de expositiemaand maart 2024 waren er allerlei kleine en grote momenten waarop nieuwe relaties ontstonden, en ‘ik kan dit niet’ veranderde in ‘wij wel’.

Afval expofette