Interview met Jeroen Steenbrink

Officier van justitie en voorzitter van het opgaveteam Veiligheid: ‘Ik zie veel kansen in Nieuw-West’

Interview  met Jeroen Steenbrink

Jeroen Steenbrink is naast plaatsvervangend hoofdofficier van justitie ook degene die zich inzet voor de veiligheid in Nieuw-West. Hij is voorzitter van het opgaveteam Veiligheid en zit in het bestuur van de alliantie van het Nationaal Programma Samen Nieuw-West. Hoe dragen hij en anderen er samen aan bij dat Nieuw-West een plek is waar je met gelijke kansen veilig opgroeit?

Wat motiveert je om je vanuit het OM in te zetten voor Nieuw-West?

‘Dat is simpel, het is nog steeds nodig. Ik ben in 1990 als jeugdofficier van justitie bij het Amsterdamse parket begonnen en dertig jaar later zijn de problemen nog even groot. Of misschien wel groter. Ondanks alle projecten en inspanningen die in de afgelopen jaren zijn gedaan.’

En dat frustreert?

‘Nee, juist niet. Het motiveert mij om het anders aan te pakken dan we voorheen deden. In 2020 ben ik met collega’s naar Rotterdam Zuid geweest en geïnspireerd geraakt door de aanpak daar. Toen besefte ik dat we als OM in Amsterdam volop mee moeten doen aan soortgelijke programma’s. Het gaat mij er echt om dat het perspectief voor de jongeren in Nieuw-West blijvend verbetert. Ik wil dat ze gelijke kansen hebben en dezelfde levensverwachting als jongeren in andere wijken in Amsterdam. Daar is een andere omgang met criminaliteitsbestrijding voor nodig. Een bredere aanpak, samen met andere partijen, zoals de politie, jeugdzorg, opbouwwerk en scholen. En we hebben een lange adem nodig. Ik behoor niet tot de school die zegt ‘laat maar zitten, het helpt niet’. Er liggen hier duidelijk uitdagingen, want als het makkelijk was, was het al opgelost. Het zijn taaie vraagstukken, waar heel de wereld mee worstelt, en wij ook. Ik werk vol enthousiasme en vertrouwen door. Nieuw-West is een mooie wijk, met kansen. En die kansen gun ik aan zoveel mogelijk Amsterdammers.’

Op welke plekken kom je graag?

‘Ik spreek graag af bij Casa Sofia, maar ook bij de Studiezalen. En bij Ru Paré, je kan er terecht voor overleg, of je kan er zitten werken en samen eten. Het is knap hoe dat zo’n mooi ontmoetingscentrum is geworden, helemaal vanaf de grond opgebouwd. Het is er warm en huiselijk, en als in de zomer de deuren naar de tuin opengaan, is het er helemaal prachtig.’

Wat valt je in positieve zin op in Nieuw-West?

‘De krachtige initiatieven die er zijn. Kijk naar de Studiezalen. Abdelhamid Idrissi is die stichting eigenhandig gestart. Hij begon met niets. Hoe sterk is dat? Andere voorbeelden zijn buurtmoeders van Moederskracht en het Vuilnisoproer. Er zijn ontzettend veel mensen in Nieuw-West die hard werken om hun wijk beter te krijgen. Ik sluit mijn ogen natuurlijk niet voor de problemen die er zijn – daar houd ik me volop mee bezig – maar ik geniet van de energie in de wijk. Ik zie veel talentvolle mensen.’

En welke veiligheidsproblemen zie je in Nieuw-West?

Er is drugscriminaliteit, zoals excessief geweld en explosies, en de criminele netwerken hebben een aantrekkingskracht op jongeren. Dit heeft een intimiderend effect op de buurt. Ook zien we dat online criminaliteit aantrekkelijk is voor jongeren, soms komen ze zo ook in de zwaardere criminaliteit terecht. Conflicten die online beginnen kunnen in de openbare ruimte terechtkomen, zoals sextortion en afpersingen. Daarnaast is de aangiftebereidheid laag en ervaren jongeren uit deze wijken kansenongelijkheid. In Osdorp-Oost hebben we te maken met ernstige jeugdcriminaliteit.’

Zie je wel eens een jongere voorbijkomen van wie je denkt ‘goh dat had ik zelf kunnen zijn’?

‘Eerlijk gezegd niet nee, daarvoor staan hun levens te ver af van mijn eigen leven. Ik heb wel veel begrip voor hun omstandigheden. Als je ziet in welke situaties zij verkeren, snap je wel waar hun gedrag vandaan komt. De omstandigheden zijn vaak hard. Het is goed om te beseffen dat we de bestraffing zo licht mogelijk houden, zeker bij jeugdigen. Soms kan je niet anders, dan is een hardere aanpak nodig.’

Wat is de essentie van de aanpak in Nieuw-West?

‘Het perspectief voor de jongeren is cruciaal. En de essentie is dat het echt anders moet: als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. In Nieuw-West is het doel onder meer het doorbreken van misdaadcarrières en criminele netwerken in Osdorp-Oost. Wat we ook echt willen doorbreken is het huiselijk geweld en de kindermishandeling.

Om die doelen te bereiken moeten we intensief samenwerken met de partners binnen onze alliantie. We moeten een lange adem hebben en de betrokkenheid van de samenleving vergroten. Het is belangrijk om vanuit het programma te kijken wat we kunnen toevoegen aan wat er al loopt. Het gaat om een combinatie van leren en doen, waarbij we de professionals in de wijk zelf het voortouw willen laten nemen.’

Kan je voorbeelden geven?

‘Op dit moment is de buurtrechter bezig met mensen in de wijk om wijkrechtspraak op te zetten. Mediation maakt daar ook deel vanuit. Het is belangrijk om oog te hebben voor de genoegdoening van slachtoffers en voor de context: dader en slachtoffer zijn vaak buurtgenoten of bijvoorbeeld klasgenoten. Die komen elkaar weer tegen na de strafoplegging. Wat is ervoor nodig om dat goed te laten gaan?

Een van de pijlers bij het thema Veiligheid is creatiever straffen. Kunnen we de tijd die iemand in straf ondergaat beter benutten? Bijvoorbeeld door scholing. Of kan werkstraf de weg naar betaald werk makkelijker maken, omdat er een werkritme ontstaat? Welke organisaties bieden deze jongeren een aansluitende plek?’

En lukt dat al?

‘Natuurlijk lukt dat niet zomaar één, twee, drie. We zijn hier volop mee bezig! Het programma duurt twintig jaar en dat is niet voor niets, we hebben die tijd nodig. We willen met elkaar een duurzaam effect bereiken. Ik ga hier geen kortetermijnsuccesjes benoemen. Dat is alleen maar voor de bühne. Ik ben niet van de korte klap en de simpele maakbaarheid. Daar kan ik me soms best aan ergeren.

Het OM Amsterdam heeft een voortrekkersrol, we doen heel actief mee aan het Nationaal Programma. En dat houden we vol. Ik persoonlijk laat niet los, maar mijn collega’s ook niet. Deze aanpak is een blijvertje.

We hebben ongeveer één miljoen aan extra middelen gekregen om in te zetten, vooral via extra collega’s bij het OM. Bij het kiezen van welke zaken we behandelen, heeft Nieuw-West een streepje voor. Bij de behandeling van zaken houden we veel meer rekening met de context en bekijken we – samen met anderen – wat we meer kunnen doen. Of hoe we het anders kunnen doen. Ik ben er echt van overtuigd dat we zo een verschil kunnen maken voor de veiligheid en daarmee in het leven van de mensen in Nieuw-West.’